-
1 er gaat daar heel wat om
-
2 omgaan
1 [rondgaan] tourner (autour de)2 [verstrijken] passer3 [+ met][leven met] fréquenter (qn.)4 [+ met][hanteren] manier (qc.)5 [omvallen] tomber par terre6 [van mening veranderen] se raviser♦voorbeelden:een heel eind omgaan • faire un grand détoureen straatje omgaan • (aller) faire un tourbuiten de stad omgaan • contourner la villewat gaat er in hem om? • qu'est-ce qui se passe en lui?er gaat daar heel wat om • 〈 er gebeurt veel〉 il s'y passe toutes sortes de choses; 〈 daar rolt het geld〉 les affaires y vont bon train3 vriendschappelijk met iemand omgaan • entretenir des rapports d'amitié avec qn.wij gaan niet met elkaar om • nous ne nous fréquentons paszij kan goed met kinderen omgaan • elle s'y prend bien avec les enfantsmet zijn buren omgaan • entretenir des rapports de bon voisinage4 verkeerd met iets omgaan • ne pas savoir se servir de qc.met wapens om kunnen gaan • savoir manier des armesmet grote geldbedragen omgaan • manipuler de fortes sommeskun je met paarden omgaan? • tu connais qc. aux chevaux?
См. также в других словарях:
Geld — 1. Ach, nun fällt mi all mîn klên Geld bî. (Brandenburg.) Ein Ausruf, der häufig erfolgt, wenn jemand durch irgendeinen Umstand an etwas erinnert wird, was er hätte thun sollen, aber bisher zu thun vergessen hat. 2. All wîr1 Geld, dat et Wîf nig… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Bauer (der) — 1. Armer Bauern Kälber und reicher Herren Töchter werden nicht alt. – Kirchhofer, 347. 2. Auch der Bauer isst nicht ungesalzen. Was ihm indess von seinem Schulzen, Landrath oder Pfarrer vorgepredigt wird, ist in der Regel nicht mit attischem… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon